Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En God zeide: De aarde brenge levende [38]zielen voort, naar haar aard, [39]vee, en [40]kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo. 38. Hebr. ziel. Zie boven vs.20. 39. Het Hebr. woord betekent hier alle tamme, viervoetige dieren, onder de mensen verkerende, en hun tot dienst, voedsel en kleding strekkende. 40. Zie boven op vs.21.